Het leven is al druk genoeg. Tussen werk, sociale verplichtingen en het huishouden door zoekt iedereen naar een plek waar de hartslag even omlaag kan. De keuken is daarvoor vaak het middelpunt. Het is niet langer alleen de plek waar snel een maaltijd in elkaar wordt gedraaid, maar de ruimte waar de dag begint en eindigt. Precies om die reden wint de keuken Japandi stijl enorm aan terrein. Het klinkt als een hip woord dat marketeers hebben bedacht, en dat is het misschien ook wel, maar de filosofie erachter snijdt hout. Letterlijk en figuurlijk. Japandi is de samensmelting van Scandinavisch design en Japanse esthetiek. Wie denkt dat dit een ingewikkelde mix is, heeft het mis. Het is eigenlijk heel simpel. Je neemt de gezelligheid en functionaliteit uit het hoge noorden en combineert dat met het minimalisme en de liefde voor imperfectie uit Japan. Het resultaat is een keuken die warm aanvoelt zonder dat er overal prullaria staan.
Het beste van twee werelden
In Scandinavië draait alles om ‘hygge’, wat zoveel betekent als knusheid en comfort. In Japan hanteert men het principe van ‘wabi-sabi’, het zien van schoonheid in imperfectie en eenvoud. Gooi die twee in de blender en je krijgt Japandi. Het grote voordeel van deze stijl is dat het de kille uitstraling van extreem modern design wegneemt. Een strakke witte keuken voelt al snel als een tandartspraktijk. Voeg daar de Japanse invloeden aan toe en ineens ontstaat er sfeer. Het draait om balans. Strakke lijnen worden afgewisseld met organische vormen. Waar een pure Scandinavische keuken soms wat steriel kan ogen door het vele wit, voegt de Japanse kant daar donkere accenten en ruwere texturen aan toe. Het is minimalistisch, maar dan wel op een manier dat je er gewoon in durft te leven.
Materialen die mogen leven
Wie kiest voor Japandi keukens, kiest voor materialen die rechtstreeks uit de natuur lijken te komen. Plastic en hoogglans zul je hier niet snel vinden. De basis wordt bijna altijd gevormd door hout. Denk aan licht eiken, walnoot of essen. Vaak zie je dit terug in frontjes met een verticale latjesstructuur, wat direct diepte geeft aan de ruimte. Naast hout speelt natuursteen een grote rol. Een aanrechtblad van marmer, composiet of keramiek met een steenlook zorgt voor het nodige gewicht in het ontwerp. Het mag allemaal best een beetje textuur hebben. Een muur die niet helemaal strak gestuukt is maar een kalkverf-afwerking heeft, past hier perfect bij. Het kleurenpalet is rustig en aards. Denk aan beige, zandkleuren, grijsgroen en terracotta. Zwart wordt gebruikt, maar met mate. Bijvoorbeeld in een kraan, een lamp of de grepen van de kastjes. Dit zorgt voor net dat beetje pit dat voorkomt dat de ruimte saai wordt.
Rommel is verboden terrein
Er zit wel een addertje onder het gras bij deze woontrend. Een Japandi keuken werkt alleen als het opgeruimd is. Het hele idee is rust creëren in het hoofd door rust te creëren in de ruimte. Een aanrecht vol met post, rondslingerende sleutels en felgekleurde plastic bakjes verpest direct de sfeer. Functionaliteit is daarom leidend. Alles moet een vaste plek hebben. Kastenwanden zijn vaak verdiepingshoog om zoveel mogelijk opbergruimte te creëren. Apparatuur wordt het liefst weggewerkt achter frontjes. Zelfs de afzuigkap wordt vaak onzichtbaar gemaakt in een inductiekookplaat. Wat overblijft op het aanrecht is met zorg uitgekozen. Een mooie houten snijplank, een keramieken vaas met één tak erin of een gietijzeren theepot. Voor mensen die van nature slordig zijn, is deze keukenstijl een uitstekende stok achter de deur om eindelijk eens structuur aan te brengen in het huishouden.
